In de personal update die ik eerder deelde, kwam het al even aan bod, ik was de afgelopen maanden ‘werkloos’. Ik zet het bewust tussen haakjes, omdat ik absoluut niet stil gezeten heb. Hoe denk ik over werken nu ik weer een baan zoek?
Ongeveer 5 jaar geleden kwam ik, vers van school, de arbeidsmarkt op. Wat ik precies wilde gaan doen daar was ik niet echt over uit, maar ik ging aan de slag. Daar sta ik ook nog steeds achter, want alleen door te doen kom je erachter of iets bij je past. En ik heb mezelf vier jaar van mijn beste kant laten zien bij mijn werkgever. Ik kreeg in 4 jaar tijd, tweemaal een promotie. En daar was ik trots op, maar ik denk ook dat ik mijn werk heel sterk in verband bracht met wie ik als persoon was.
Laat je werk je identiteit niet bepalen
Mijn werk, en mijn succes daarin werd onderdeel van mijn identiteit. En dat is een veel voorkomend kenmerk van onze maatschappij, we zijn allemaal gericht op presteren. Ook al is je leven prima, we zijn altijd bezig om het nog mooier te maken. En velen van ons associeren dat met meer succes, meer geld en meer waardering. Heel vaak halen we dat succes en die waardering op ons werk. Ook willen we vooral niets mislopen of ergens buiten vallen. Stilstaan associeren we met achteruitgaan.
In de maanden dat ik geen werk heb merkte ik dat er best wel wat onbegrip over heerst. Het hoort er gewoon een beetje bij dat je werkt. En dat werken ook goed voor je is daar ben ik het mee eens. Werken zorgt ervoor dat je sociale contacten hebt, meer structuur in je dag en het kan je voldoening geven. Waar ik wel steeds meer moeite mee heb is dat we vaak ook onze identiteit verlenen aan ons werk of onze status. We laten werk een hele belangrijke plaats in ons leven innemen. Zo is toch vaak de eerste vraag die je krijgt op een feestje, bij de kapper of in de kroeg, wat doe jij voor werk? Ik heb wel een tijdje moeten wennen aan het feit dat ik geen antwoord op deze vraag heb.
Onzichtbaar succes is ook succes
Sinds november 2017, nu 1,5 jaar dus werk ik niet meer voor een baas. Ik heb weer gestudeerd en ben met dit platform gestart. Al 1,5 jaar krijg ik geen externe waardering meer in de vorm van een promotie of salarisverhoging. En eerlijk is eerlijk, dat was soms onzeker, onprettig en ook wel een beetje eng. Zoals ik al schreef was mijn werk een stukje van mijn identiteit geworden. Hard werken kan ik goed, en ik ben meer dan eens geprezen om mijn goede prestaties. Nu ik dat los heb gelaten lijkt het alsof ik soms nutteloos ben. Onze cultuur draait op het uiten van snel en zichtbaar succes. Iets wat bij mij even niet zichtbaar is. Toch ben ik dat gevoel nu kwijt en weet ik dat ik aan een heel ander soort succes werk. Een soort succes dat veel dichter bij me staat, mijn eigen groei.
Zo zat ik na 15 maanden buitenland weer eens in Nederland bij de kapper. Toen ik zei geen werk te hebben kreeg ik de reactie, goh wat vervelend voor je. Nou nee, dus. Ik heb ervoor gekozen en ben er meer dan happy mee. Het is misschien zelfs wel een luxe positie waarin ik zit. En toch, die verwachting dat je werk hebt is er altijd. En soms knaagt dat nog wel een beetje, want waar hoor ik dan bij als ik niet werk? Maar, als ik dat knagende gevoel los heb gelaten ben ik eigenlijk ook mega trots op mezelf. Ik ben nu heel blij dat ik de kans heb gegrepen om iets anders te ervaren. Een manier waarop mijn werk niet mijn identiteit bepaald of zal gaan bepalen.
Want zodra je het schuldgevoel en het ‘missen’ van een sociale status los kunt laten die gepaard gaan met niet of minder werken. Dan kom je er gaande weg achter dat je prima in staat bent je tijd te vullen met anderen nuttige zaken. Zo kun je weer je creativiteit gaan aanspreken, misschien wel vrijwilligerswerk doen of beter voor jezelf en anderen zorgen. Vanzelf ga je je eigen identiteit weer vinden, zonder dat dit afhankelijk is van je werk.
Werken door de jaren heen: Generaties en hun arbeidsethos
Het is me opgevallen dat de generatie waar ik bij hoor het makkelijker vind om die oude arbeidsethos los te laten. Steeds vaker zie ik mensen een soort tussenjaar pakken van al dat werken. Dat bracht me op een idee om de verschillen in kaart te brengen in de arbeidsethos door de jaren heen. Wat zijn de verschillen tussen de generaties?
Op de huidige werkvloer zijn grofweg drie generaties aanwezig:
Babyboomers
(Geboren in 1945 tot 1964)
Generatie X
(Geboren in 1965 tot 1980)
Generatie Y /Millennials
(Geboren in 1980 tot 1995)
Generatie Z
(Geboren in 1995 tot 2010)
Zij zijn vaak loyaal aan de werkgever. Ook hechten ze vaak nog waarde aan een formele werkhouding, top down hiërarchie en minder individualisme op de werkvloer.
Deze generatie is al individualistischer dan de voorgaande. Ze zijn praktisch en realistisch ingesteld maar vaak ook materialistischer.
Millennials zijn erg zoekende. Ze zijn meestal erg individualistisch opgevoed en voelen zich verantwoordelijk voor het bereiken van succes/geluk.
Een nieuwe groep op de arbeidsmarkt, opgegroeid in het tijdperk van internet. Ze lijken erg op generatie Y qua kansen zien en zich verantwoordelijk voelen.
Het grootste verschil in generaties zit hem volgens mij in de mate van individualisme. De jongere generatie vind vrijheid in zijn werk en de mogelijkheid om iets te veranderen heel belangrijk. Terwijl de oudere generatie nog in oude patronen handelt, namelijk top down. Zij geloven erin dat veranderingen van bovenaf geïnitieerd dienen te worden. Beide opvattingen staan vrijwel haaks op elkaar. Een tweede groot verschil is een verschil in perceptie. De oudere generatie ziet werk als een middel om brood op de plank te krijgen en ze waarderen dan ook vaker een vast contract en zekerheid. Terwijl de jongere generatie (mede door het internet) veel meer op de hoogte is van de rest van de wereld en alle mogelijkheden. Zij zijn vaak wat rustelozer, zullen sneller op zoek gaan naar iets anders en hechten dan ook minder aan vastigheid.
Dus de gemiddelde millennial zoekt niet langer naar vastigheid in een baan. Hoe kan het dan toch zo zijn dat we vaak onze identiteit aan ons werk koppelen? Als die baan niet vast is, maar juist veranderlijk. Waarom geloven we dan nog altijd dat ons werk iets zegt over ons als persoon. Zou het niet mooi zijn als we alle verwachtingen van anderen, en zeker ook van onszelf los zouden laten. Als we iedere dag iets bijdragen aan een leuk leven, maar ons niet blind staren op die ene baan, die ene status?
Bedenk eens voor jezelf. Waarom doe jij wat je doet? Blijf jij bijvoorbeeld alleen werken omdat dat je sociale status geeft? Besef je dan goed dat het leven om zoveel meer draait. Leef niet naar de verwachtingen van anderen, maar bepaal je eigen koers. Zo weet ik nu ik weer ga werken, dat ik vooral op zoek zal gaan naar leuk werk waar ik voldoening uit haal. Ik zoek niet langer werk waaraan ik mijn identiteit kan ontlenen.